Gewestelijke overheidsdienst Brussel - Brussel Huisvesting

Genderongelijkheid op het vlak van huisvesting in het Brussels Gewest

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waren tot nu toe onvoldoende cijfergegevens beschikbaar om genderongelijkheid op het vlak van huisvesting in kaart te brengen. De analytische studie die, in opdracht van Brussel Huisvesting, uitgevoerd werd door een multidisciplinair team van de Université catholique de Louvain, maakt komaf met deze situatie. Een korte samenvatting van de inhoud.

Resultaten van de kwalitatieve fase

Het kwalitatieve deel van de studie is toegespitst op de rol van gender in huisvestingsorganisaties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het verzamelde materiaal, gebaseerd op 12 uitgebreide interviews met werknemers in de openbare, semiopenbare en verenigingssector, toont aan dat gendergelijkheid geleidelijk aan geïnstitutionaliseerd wordt, hoewel er een grote heterogeniteit bestaat tussen de verschillende organisaties.

Op gewestelijk niveau laat een analyse van de wetgevende regels voor de toegang tot sociale huisvesting een contrast zien tussen een sociaalhuisvestingsbeleid dat gericht is op de kwetsbare gezinnen en een huisvestingsbeleid over kopen of huren voor de middenklasse. Het sociaalhuisvestingsbeleid bevoordeelt “de facto” groepen met een combinatie van indicatoren op het vlak van moeilijke toegang tot huisvesting, onder wie eenoudergezinnen en vrouwen die het slachtoffer zijn van intrafamiliaal geweld. Wat betreft de andere door de overheid ondersteunde huisvestingscategorieën, de productie van privaat (architecturaal) vastgoed, zijn de genderkwesties minder aanwezig tot zelfs volledig afwezig in de denkoefening. Hieruit blijkt de opvatting dat de vertaling van het genderperspectief naar meetbare variabelen enkel betrekking heeft op arme en/of allochtone bevolkingsgroepen.

Op organisatieniveau lijkt genderbudgeting bij te dragen tot een beter begrip van maatschappelijke fenomenen vanuit een genderperspectief. De bewustmaking van de personeelsleden staat echter nog in haar kinderschoenen. Vier obstakels voor de integratie van gender werden geïdentificeerd: het gebrek aan voldoende, beschikbare gegevens, de hogere werkdruk van het overheidspersoneel, het gevoel van “rivaliteit” tussen sociale problemen, de piramidale structuur van organisaties waardoor het verantwoordelijkheidsgevoel van het personeel vermindert.

Op het niveau van beroepspraktijken kan gendermainstreaming een hefboom zijn voor verandering. Voor de praktijken van architecten toont de analyse dat de volgende “good practices” op het vlak van gendergelijkheid zich geleidelijk verspreiden: aandacht voor de ‘kwaliteit’ van ruimten, voor de zichtbaarheid van huishoudelijk werk én voor gemeenschappelijke ruimten. Wat betreft het maatschappelijk werk gebeurt de begeleiding vaak vanuit een genderblind perspectief, d.w.z. met focus op de “persoon” die om hulp vraagt. Tot slot spelen feministische verenigingen een essentiële rol in de verspreiding van goede praktijken én de bewustmaking van actoren op het terrein.

Resultaten van de kwantitatieve fase

De kwantitatieve fase is gestructureerd op basis van zes dimensies: eigendomsverwerving, aandeel van het inkomen besteed aan huisvesting, kwaliteit van de huisvesting, sociale huisvesting, grootte van de woningen én de woning als werkplek.

Vrouwen bevinden zich over het algemeen in minder gunstige situaties op het gebied van huisvesting dan mannen, maar de situatie is genuanceerder vanuit het standpunt van het gezinstype: alleenstaande vrouwen en mannen bevinden zich vaak in moeilijkere situaties dan koppels, terwijl eenoudergezinnen te maken hebben met meerdere negatieve factoren.

Aanbevelingen

Deze studie heeft een aantal beperkingen en hiaten aan het licht gebracht in de gegevens over gender en huisvesting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Om de situatie te verbeteren, is het noodzakelijk dat gestandaardiseerde en volledige gegevens voor relevante gendercategorieën, op regelmatige tijdstippen verzameld, gedigitaliseerd en gecentraliseerd worden door elke huisvestingsorganisatie.

Het bevorderen van de toegang van vrouwen tot huisvesting én van het behoud van hun woning, krachtiger strijden tegen genderdiscriminatie, het beschermen van de huisvesting van vrouwen die het slachtoffer zijn van intrafamiliaal geweld, het afschaffen van het statuut van samenwonende, het bevorderen van de eigendomsverwerving door vrouwen, … zijn een aantal regelgevende maatregelen die kunnen worden genomen om de huisvestingssituatie van vrouwen te verbeteren. Daarnaast mag de overheid niet vergeten om meer omvattende maatregelen te nemen zoals de regulering van de huurprijzen, uitbreiding van het sociale vastgoedbestand, …

Om de obstakels voor de integratie van gender in huisvestingsorganisaties weg te werken, wordt aanbevolen om opleidingsprogramma’s te organiseren om na te denken op welke manier meer inclusieve woningen kunnen worden geproduceerd, om de positie van medewerkers te consolideren die bevoegd zijn voor gendermainstreaming én om professionele praktijken te veranderen en zo inclusiviteit te bevorderen.

Meer informatie

Lees alle informatie over de studie in de brochure ‘Genderongelijkheid op het vlak van huisvesting’ en/of bekijk onderstaande video waarin professor Chloé Salembier en data-analiste Sévérine Guisset de studie, de resultaten én de aanbevelingen beknopt voorstellen.

Abonneer u op onze nieuwsbrief