Een winterverbod op uithuiszettingen tot 15 maart
Vanaf 1 november tot 15 maart kunnen huurders niet uit hun huis worden gezet. Brussel is het eerste gewest dat een verbod op uithuiszettingen jaarlijks laat terugkeren.
Betere bescherming van huurders
Behalve het instellen van een winterverbod werd ook de uithuiszettingsprocedure hervormd. Voortaan moet de eigenaar de contactgegevens van de huurder meedelen bij het uitzettingsverzoek, zodat het OCMW de huurder kan contacteren voor begeleiding bij het zoeken naar een nieuwe woning. De periode van begeleiding werd door de hervorming verlengd van 8 naar 40 dagen.
Welke de mogelijkheden van de huurder zijn om een uithuiszetting te voorkomen, kan je lezen in onze informatiebrochure voor huurders.
Vergoeding voor verhuurders
Wanneer een bewoningsvergoeding vastgelegd werd tijdens de periode van het winterverbod en de huurder deze niet betaalt, kan de verhuurder een aanvraag indienen bij het Gewestelijk Solidariteitsfonds om deze achterstallige vergoedingen te dekken. Indien de huurder de woning verlaat tussen 1 november 2023 en 15 maart 2024, kan de verhuurder een aanvraag tot vergoeding indienen ten vroegste vanaf de datum van vertrek van de huurder.
Verblijft de huurder op 15 maart 2024 nog steeds in de woning, kan de aanvraag vanaf die datum ingediend worden.
De verhuurder kan een aanvraag doen tot uiterlijk 15 september 2024. Lees hier meer over hoe een aanvraag tot vergoeding in te dienen én wat de voorwaarden zijn om deze te ontvangen.
