Gewestelijke overheidsdienst Brussel - Brussel Huisvesting

Nieuwe minimale woningkwaliteitsnormen vanaf 2026

Elke Brusselaar heeft recht op behoorlijke huisvesting. Een gezonde en veilige woning met een minimum aan comfort is immers een belangrijke voorwaarde voor een goede levenskwaliteit. Elke huurwoning in het Brusselse Gewest moet daarom voldoen aan een aantal minimumnormen op het vlak van veiligheid, gezondheid en basisvoorzieningen. Een woning die niet aan deze kwaliteitseisen voldoet, mag niet verhuurd worden. Om de strijd tegen onbewoonbaarheid op te voeren, zullen vanaf 2026 nieuwe minimumvereisten voor veilige en gezonde woningen van kracht worden.

Vanaf 1 januari 2026 moeten in het Brusselse Gewest alle woningen die zowel door particulieren alsook door publieke organisaties verhuurd worden, aan deze normen voldoen. Indien nodig moet de verhuurder vóór 2026 de hiervoor vereiste werken laten uitvoeren.

Ontdek hieronder welke drie nieuwe normen de Gewestelijke Huisvestingsinspectie essentieel vindt op basis van de terreinervaring van de inspecteurs en hun vaststellingen tijdens de controlebezoeken.

Maatregelen tegen CO-vergiftiging

Koolstofmonoxide (CO) is onzichtbaar en reuk- en geurloos. Het gas kan zich onopgemerkt in de woning opstapelen tot levensbedreigende concentraties. Daarom krijgt dit giftig en dodelijk gas ook de naam ‘stille doder’. CO ontstaat bij onvolledige of slechte verbranding, als er onvoldoende zuurstof in de kamers is of bij een slecht onderhouden toestel voor verwarming of warm water. Een ernstig risico op CO-vergiftiging is een vaak vastgesteld gebrek in woningen.

Een van de doelstellingen van de nieuwe regelgeving is om het gevaar van “type B”-toestellen, die de lucht die ze nodig hebben uit de omgeving aanzuigen, drastisch te verminderen én hun vervanging door gesloten gastoestellen van “type C”, die de lucht rechtstreeks van buiten opnemen en geen risico vormen op CO-vergiftiging, te versnellen.

Concreet worden gastoestellen van type B verboden in slaapkamers. In de andere kamers van de woning mogen ze alleen nog worden gebruikt als ze volledig in orde zijn. Niet-conforme toestellen worden uit de woning verwijderd.

De verhuurder is zélf verantwoordelijk voor de volledige installatie van verwarmings- en warmwatertoestellen. Van het enkel voorzien van een gasaansluiting of stopcontact door de verhuurder zodat de huurder zijn eigen verwarmings- en warmwatertoestellen hieraan kan koppelen, is geen sprake meer.

Wijziging van de oppervlaktenorm

Omdat de vorige oppervlaktenormen als te laag werden beschouwd om voldoende levenskwaliteit te garanderen, moesten ze aangepast worden. De nieuwe normen zijn ook duidelijker dan de vorige. De regel is eenvoudig: de netto oppervlakte van een woning met 1 bewoner moet minstens 18m2 zijn, te verhogen met 10 m2 per bijkomende bewoner.

Bijvoorbeeld:

  • Een woning met minimumoppervlakte van 18 m²: één bewoner;
  • Een woning met minimumoppervlakte van 28 m²: twee bewoners;
  • Een woning met minimumoppervlakte van 38 m²: drie bewoners.

Voor een studentenwoning volstaat een minimumoppervlakte van 12 m².

Elke woning moet voorzien zijn van een bad of douche

Volgens onze hedendaagse normen moet een behoorlijke woning voorzien zijn van een bad of een douche.

Benieuwd naar de andere kwaliteitsnormen? Ontdek 10 nieuwe minimumnormen op het vlak van veiligheid, gezondheid en basisvoorzieningen geselecteerd op basis van de terreinervaring én vaststellingen van de inspecteurs van de Gewestelijke Huisvestingsinspectie..

Raadpleeg het besluit van 30 november 2023 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van de elementaire verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting van de woningen voor alle info over de nieuwe minimale woningkwaliteitsnormen.

Abonneer u op onze nieuwsbrief